Faalangst, lang geleden op school ontwikkeld en nog steeds heb ik er last van. Heel handig als je bezig bent met het laten groeien van je bedrijf, NOT!
Een eigen bedrijf opzetten betekent ook jezelf kenbaar maken. En dat voelt heel onnatuurlijk voor iemand die niet zo in de belangstelling hoeft te staan. Op de basisschool heb ik mezelf al aangeleerd om niet teveel op te vallen. Ik was wat het buitenbeentje van de klas en hiermee trok ik minder de aandacht. Dat was voor mij helemaal prima.
Daarnaast ben ik nooit echt gezien door de leerkrachten. Er was toen ook veel minder aandacht voor het thema (hoog)begaafdheid én ik kon me heel goed aanpassen aan de groep. Onbewust uiteraard.
Wel deed ik altijd erg goed mijn best en had (heb) ik een interne hoge lat. Ingrediënten voor het ontwikkelen van faalangst. Het moest perfect zijn. Hierdoor had ik snel het gevoel van falen, terwijl dat voor een buitenstaander niet zo hoefde te zijn.
En nu heb ik een missie:
Een hoogbegaafd kind heeft andere onderwijsbehoeftes. Wanneer hoogbegaafde leerlingen een curriculum krijgen dat is ontwikkeld voor leeftijdsgenoten, kunnen ze zich gaan vervelen en ongelukkig worden, ze raken uitgeschakeld om te leren. Met die reden zijn de juiste onderwijsbehoeftes, passend bij het kind zo belangrijk. Hoe dat vervolgens in de praktijk toepasbaar kan worden gemaakt, kan lastig zijn voor zowel leerkrachten als ouders. Ik wil duidelijkheid creëren voor beide partijen, zodat ze weer op één lijn komen of op één lijn blijven.
Naast duidelijkheid creëren houd ik mij ook bezig met de begeleiding van hoogbegaafde kinderen. Faalangst is één van de thema’s die ik regelmatig behandel.
Helpende en niet-helpende gedachtes
Om te werken aan mijn missie, houdt dat voor mij in dat ik mij zichtbaar moet maken. Buiten mijn comfortzone moet komen. Maar o, wat is dat soms (heel vaak) moeilijk. 🙈Berichten voor op Social Media worden hele projecten. Want er zijn heel wat gedachtes die door mij heen gaan:
– “Wat zal een ander ervan vinden?”
– “Wat moeten mensen met mij?”
– “Het heeft te weinig inhoud.”
– “Deze foto is niet geschikt, en deze niet, en deze niet” ….enz.
– “Het moet wel goed zijn.”
– “Ik kan dit helemaal niet. ”
– ………En nog veel meer (rode) niet-helpende gedachtes waarmee ik mezelf naar beneden kan halen.
Als ik mij er weer op betrap dat ik negatief aan het denken ben, weet ik dat ik weer naar de groene/helpende gedachtes moet.
– “Ik kan mezelf pas ontwikkelen als ik actie onderneem.”
– “Ik weet dat ik goed ben in wat ik doe.”
– “Ik leer door te doen.”
– “Het is niet erg als ik een “fout” maak, dan let ik daar een volgende keer op.”
Begeleiding van hoogbegaafde kinderen met faalangst
In gesprek met kinderen die last hebben van faalangst ga ik onder andere met ze kijken hoe we de niet helpende gedachtes kunnen ombuigen naar helpende gedachtes. Dit doe ik door gebruik te maken van het 5G-schema. Hierin gaan we de volgende stappen bij langs.
Start: Er is een GEBEURTENIS
· Daarover heb je een GEDACHTE
· Je krijgt een GEVOEL door die gedachte
· Dit heeft invloed op je GEDRAG.
· Wat is het GEVOLG?
Bij elke stap kun je een keuze maken in een helpende of een niet-helpende gedachte.
Ook als ouder kun je dit gebruiken, bijvoorbeeld op het moment dat je een presentatie moet geven:
In RODE GEDACHTES:
Gebeurtenis: een presentatie geven
Gedachte: “Help, ik kan dit helemaal niet. Ik wordt altijd rood en begin te stotteren. Wat nou als ik vragen krijg en ik weet het antwoord niet?”
Gevoel: Onzeker, gestrest, …
Gedrag: Stotteren, onzekere houding aannemen, …..
Gevolg: Bevestiging van de gedachte: “Zie je wel dat ik niet kan presenteren.”
Terwijl met GROENE GEDACHTES er iets heel anders gebeurt:
Gebeurtenis: Een presentatie geven
Gedachte: “Ik doe mijn best en meer kan ik niet doen. Ik ga me niet druk maken dat het perfect moet zijn.”
Gevoel: Trots, je doet het toch maar mooi even. Rustig(er)
Gedrag: Op een zekere manier een presentatie geven.
Gevolg: Vertrouwen in jezelf krijgen en het nog een keer aandurven om het te doen.
Jammer dat ik dit toen nog niet kon
Ik vind het wel eens jammer dat ik dit zelf niet kon toepassen toen ik bijvoorbeeld met bonzende hoofdpijn tentamens heb gemaakt. En daarom vind ik het zo fijn dat ik kinderen hiermee wel kan helpen.
Voor nu wordt het tijd dat ik mezelf weer toespreek: “Klik op publiceren, er kan niets ergs gebeuren, al kan ik één persoon bereiken die hier wat aan heeft, dan is het goed.”